Één november

Vandaag was de grote dag voor de schaapjes. De ooien verhuisden naar de bok en lieten de lammeren van het voorbije jaar achter. Deze zijn ondertussen wel zes maanden oud en bijna even groot als hun moeders. Vijf gecastreerde bokjes en drie ooitjes die dit jaar nog niet worden gedekt. En al zeker niet door hun vader. Tegen de avond ben ik ze nog even gaan bekijken en ze leken wel rustig. Ze waren wel wat terughoudend om in de stal te komen eten. Enkele uren vroeger had ik ze daar ook allemaal opgesloten en dat zal wel een vrij traumatische ervaring geweest zijn.

Rond nieuwjaar gaan de drie ooitjes naar hun moeders en komt hun vader naar zijn zonen. Op deze manier voorkom ik inteelt en beperk ik ook de geboorteperiode tot twee maanden in april en mei.

Oktober 2022

Eind oktober en de nazomer blijft nog even bij ons. Fantastisch toch! Maar de natuur doet gewoon verder zijn ding. Weliswaar niet elk facet maar toch. De groei van het gras is absoluut nog niet gestopt. De boeren maaien nog volop. De moestuin echter is bijna klaar om in te slapen. Het is wel een beetje apart dat ik de dahlia’s reeds heb gerooid terwijl ze nog volop bloeien. Ook de afrikaantjes of Tagetes heb ik moeten verwijderen. Rond het kolenbed en tussen de rijen winterwortelen en prei had ik Tagetes op rij gezaaid. Hierdoor was er weliswaar weinig tot geen aantasting door schadelijke insecten, maar met dit warm en nat najaar ontstond een nieuw probleem. De Tagetes kregen een tweede groeischeut en torenden hoog boven de kolen, wortelen en prei uit. Hierdoor begonnen deze groenten te verpieteren en vreesde ik voor schimmelaantasting. Reeds enkele dagen na het verwijderen van de Tagetes, zien de groenten er al veel beter uit. In dit vochtig jaargetijde moeten de planten natuurlijk goed kunnen doorluchten en opdrogen.

De tuin ziet er nu natuurlijk niet uit, maar de wintergroenten kunnen ons nog veel lekkers leveren. Warmoes, krulkolen, prei, wortelen, schorseneren, rapen en pastinaak kunnen nog lang in de grond blijven. De knolselderij en de witlofwortelen haal ik weldra naar huis. Ik heb zo voor twee weken al een deel van de witlofwortelen opgepot en die zijn al voorzichtig kropjes aan het maken. Ik verheug me er nu al op.

Volgende week gaan de schaapjes weer worden verenigd met de pater familias. Wel ga ik het dekseizoen dit jaar iets anders aanpakken. De ooien gaan naar de bok in plaats van andersom. Ze zijn zo toch weer meerdere kilometers verder verwijderd van het wolvengebied. Want daar ben ik van overtuigd: komen doen ze. Ooit op een kwade dag… En voorlopig ligt Tessenderlo nog niet in het wolvengebied en kan ik nog geen gebruik maken van de subsidies voor een wolfproof omheining. Nu zaterdag ga ik toch alvast poolshoogte nemen op de praktijkdag in Helchteren. Ik hoop er toch iets op te steken over deze nieuwe invasie. Weliswaar geen exoot maar toch een probleem. Wespen die het leven van onze bijen verzuren en wolven die het op onze schapen hebben voorzien. Spijtig genoeg is mijn tuintje thuis veel te klein en moet ik ze op enige afstand huisvesten. Zou er een omheining bestaan die ook werkt in de natuur zonder electriciteitsaansluiting, tussen de bramen en de netels kan staan en die als het even kan ook de Aziatische hoornaar tegenhoudt?

Update Europese hoornaar

De kolonie boven mijn bijenkasten groeit gestaag. Voorlopig merk ik nog geen stress bij mijn bijen. De ganse dag komen ze volgeladen met stuifmeel naar huis. Wel mep ik elke dag wel een of twee Aziatische hoornaars naar de hoornaarhemel. Gisteren was ik in de mogelijkheid om een levende aziaat en een Europeaan samen in een honingpot te stoppen. Na een kwartier lag de aziaat te zieltogen op de bodem van de pot. Maar de Europeaan was natuurlijk wel van een hogere gewichtscategorie.😀😂

De eerste kolonie Europese hoornaars die ik vond op 11 augustus…
Dezelfde kolonie op 27 augustus.💪💪💪

De Europese hoornaar

Het is een goed jaar voor de wespen. Goed voor veel insecten. En dus ook goed voor de Europese hoornaar. De voorbije dagen heb ik zelfs twee nesten gevonden aan de bijenstand. Allebei in verlaten nestkastjes. Vermits ze veel insecten verorberen en ook andere wespen laat ik ze maar begaan. De honingbij weet dat dit een vijand is en weet er mee om te gaan. Af en toe zullen de hoornaars wel eens een bij verschalken, maar dat blijft normaal binnen de perken. Ook spinnen vangen verscheidene honingbijen zonder problemen te veroorzaken. En hopelijk vangen de hoornaars ook wat van hun Aziatische neefjes.🤞

Deze hangt zelfs vlak boven de bijenkasten.
We zullen wel even afwachten of deze mij aan de bijen laten werken. Dat is namelijk minder dan de steeds aangeraden vijf meter perimeter.

Voorlopig laat ik het laatste nest ongemoeid. Als ze mij toelaten om aan de onderstaande kasten te imkeren. En zolang de hoornaars hun maaltje niet vlak onder hun nest gaan zoeken.

De ree is terug

Dit jaar kreeg ik telkens maar één ree te zien aan de bijenstand. Enkele jaren geleden waren ze nog met zeven. En ik werd al een beetje ongerust hoewel de jagers me garandeerden dat ze er nog steeds waren.

Gisteren heb ik dan toch een groepje van drie mogen aanschouwen. Ze zijn er dan toch nog.

Zomeroutfit

Gisteren werden de schapen geschoren. De dieren werden tegelijk behandeld tegen parasieten en gevaccineerd tegen blauwtong. Ook de hoefjes werden gepedicuurd. Vandaag heb ik ze dan allemaal vervoerd naar hun zomerweide. Ik heb ze weer verruild tegen de bok. Deze laat ik alleen maar bij de ooien in november en december. Maar de bok is natuurlijk niet alleen. Hij heeft een castraat als gezelschap, een halfbroer van hem.

Pas aangekomen op de zomerweide.
De jonge lammeren wachtend op hun geschoren moeders.
Vader August.

Waswafels

De was is terug van Lieteberg. 20 kg eigen was tot Kempische waswafels herleidt. We kunnen er weer tegen.

De voorbije dagen werd er in de schapenstal geen enkele rat meer gevangen. Voorheen zat er bijna dagelijks een rat in de oude kattenval. Ik lokte ze er in met blokjes rattengif waar ze blijkbaar verzot op zijn. De val was al meer dan een week niet meer voorzien van aas, maar stond nog wel op scherp. En vandaag was ze weer dichtgeklapt. Een groot bunzingmannetje had zich in de val vastgelopen. De ganse schapenstal stonk naar bunzing. Ik heb hem voorzichtig terug vrijgelaten waarna hij onder de stapel hooibalen verdween. Deze knaap zorgde er voor dat er geen ratten meer in de stal zijn. Ze vinden die namelijk zeer lekker. De achtergebleven deodorant in de stal gaat nog wel enkele weken de ratten verjagen. Een tweetal jaar geleden is dit nog eens gebeurd en ook toen heb ik nog vele weken geen rat meer gevonden. Ook hun graafgangen bleven dicht. Ik zou liever hebben dat de bunzing definitief zijn intrek nam in de schapenstal, maar zonder ratten zal hij vermoedelijk verderop gaan jagen. Om dan terug te keren als er weer voldoende prooien zijn.

Nieuwe kasten

Deze keer niet over bijenkasten, maar een berichtje over nestkastjes. Vermits ik nog wat cederhout op overschot had en vele kastjes versleten waren, heb ik enkele nieuwe gemaakt.

Mezenkastje in multiplex is op het einde van zijn loopbaan.
Boomkleverkastje is bewerkt door een specht.
Nieuw mezenkastje in red cedar.
Nieuw boomkleverkastje in red cedar. Het mezenkastje op de achtergrond was nog degelijk.
Vermits de bosuilkast ook was uiteengevallen heb ik deze cederhouten kast gehangen. Deze is wel aangekocht.
Tegelijkertijd heb ik ook een kast aangeschaft voor een eventuele steenuil.

De meeste van de tientallen kastjes worden bewoond door meesjes, maar de boomklever had het zijne in gebruik en ook de roodborstjes gebruikten hun kastje. De bosuil is dit jaar niet teruggekeerd maar de kast was al beschadigd aan het dak. Daarom nu een nieuwe.

Het roodborstkastje.

Ik zie tegenwoordig ook eekhoorntjes. Waarschijnlijk komen ze af op de tientallen hazelaars die ik heb aangeplant. Daarom maak ik deze week ook nog een kastje voor deze rode noteneters.

Maar naast vogels verschaf ik ook nestgelegenheid aan andere insecten dan bijen. Maar zelfs een merel gebruikt jaarlijks dit insectenhotel. Een echte all-in dus.
De Warrekast is voor mij ook een insectenhotel. De zwerm die er vorig jaar introk, had dit jaar wel nood aan uitbreiding. En achter de deurtjes van de kijkglazen woont een mierenkolonie. Vorige week werd de ingang nog verkend door een doodshoofdvlinder. Spijtig genoeg sloeg hij op de vlucht toen ik hem wou fotograferen.

Solitaire bijen

Vandaag kreeg ik weer het bekende telefoontje. ‘Hallo, er zit een bijennest in ons tuinhuis.’ Ik vraag dan hoe de insecten er uitzien en waar ze zitten. ‘Ze zijn met zeer veel en het zijn zeker bijen.’ Dan wil ik natuurlijk wel komen zien. Al is het maar om de mensen wat insectenkennis bij te brengen. Vaak zijn het wespennesten, soms een hommelnest. Dit jaar al twee keer voor rosse metselbijen opgedraafd. Ik vind ze zelf zo fantastisch dat ik hier graag wat tijd voor maak. Vandaag heb ik de bijen zelf niet gezien. Ik had pas een vrij momentje om 21 uur en ik kon bijgevolg nog alleen ‘het nest’ bewonderen. In het plastic omhulsel van een waterslang waren alle schroefgaatjes opgevuld met grijs cement. Toch weer leuk om te zien. En de bewoners kijken in de toekomst met andere ogen naar dit natuurwonder. Ze zien nu een interessant levend wezen en geen steekduivel meer.