

Verhaaltjes over de vrijetijdsbesteding van een imker-dierenarts met veel liefde voor bijna alles wat groen is.
Begin april. De pruimenbomen staan in bloei, de nasipeer ook al en het eerste bloempje van de kruisbessen heb ik gevonden. Aan de bosrand stond een wilde kers in bloei. Tijd dus om de honingzolders te plaatsen. Maar het was vandaag slechts 10 graden. Temperatuur is echter niet alles. Het was windstil en het regende niet. Bovendien geven ze mooi, droog weer de volgende week met temperaturen boven 10 graden. Dan vliegen bijen en groeit het volk verder . Ze hebben de ruimte nu nodig. Tijdens de werkweek heb ik te weinig imkertijd.
Ik heb dus alle 20 volken een honingzolder gegeven. Centraal zes uitgewerkte ramen en langs beide kanten drie wasplaten. Alle 20 gelijktijdig, klaar of niet. Maar de temperaturen waren wel te laag voor een uitgebreide kastcontrole. Ik heb de voerramen die ze teveel zouden hebben niet geteld en vervangen door wasplaten. Dat hou ik wel voor volgende week. Maar ik heb wel bij elk volk het darrenraam uitgesneden. En daar waren toch al enkele verschillen duidelijk. Het tweede volk dat ik opende had op de beide helften al verzegeld darrenbroed. Sommigen hadden alleen wintervoer in dit raam dat ik toch ook uitsneed. De meesten hadden nog slechts een klein restje wintervoer op het darrenraam en onderaan waren al veel cellen belegd. Ik heb ze allemaal uitgesneden om zo alle volken gelijk te zetten. Vooraleer ik de overtollige voerramen vervang door waswafels moet de dagtemperatuur toch nog wat omhoog.
Maart is de maand van wel willen maar vaak nog niet kunnen. Het broednest neemt nu zeer snel toe en het bijenvolk is zeer actief. Er is nog niet zo veel dracht en vaak is het nog te koud of te nat. Het volk verbruikt dus zeer veel voer. Volgende week geef ik de honingzolders en dan kan er niet meer worden bijgevoerd. Maar vandaag heb ik de volken nog eens bekeken en 15 van de 20 hadden hun pak voederdeeg volledig op. Ze kregen dus een ander voor de volgende dagen.
Om de varroamijt onder controle te houden, verlaten we meer en meer het gebruik van geneesmiddelen. Acariciden of producten tegen mijten hebben namelijk nogal vaak de vervelende eigenschap dat de mijten er resistentie tegen opbouwen. Oxaalzuur, mierenzuur en thymol zijn producten die ook in de natuur voorkomen en de mijt zal hiertegen geen resistentie opbouwen. Mierenzuur en thymol worden in de bijenkast verdampt en deze verdamping is sterk afhankelijk van de temperatuur en vochtigheid in de kast en de omgeving. En als er variatie is in de verdamping is ook de werking zeer variabel. Dit probeer ik dus te vermijden. Oxaalzuur wordt niet verdampt en is daardoor veel zekerder qua dosering. Maar vermits oxaalzuur niet doordringt in het gesloten broed waar de mijt zich voortplant, kunnen we oxaalzuur alleen maar efficiënt gebruiken als het volk broedloos is. In de winter zal dit geen probleem zijn maar we willen behandelen als er veel mijten zijn en dat is in de zomer. Natuurlijk pas na de honingoogst maar dan zijn de bijen niet broedloos. Daarom gaan we ze broedloos maken. Als we de koningin opsluiten gedurende drie weken is het volk zonder broed en kunnen we oxaalzuur perfect gebruiken. Door drie weken voor de laatste honingoogst de koningin op te sluiten, valt alles mooi samen.
Om de koningin op te sluiten zijn er veel manieren. Arrestramen waar de koningin nog kan in leggen of kleinere kooitjes waar ze niet kan leggen. In de kleine kooitjes is er vaak een probleem met de feromonen die de koningin dan onvoldoende in de kast verspreid. De bijen gaan dan redcellen optrekken en dat willen we vermijden. De arrestramen die de koningin wel kan beleggen, moeten dan weer wekelijks worden vervangen en deze manier is bijgevolg veel arbeidsintensiever.
Maar er circuleert nu een isolator die zo groot is als een raam waarin de koningin toch niet kan leggen. Door haar grotere bewegingsmogelijkheid worden haar feromonen beter verspreid. Deze is gemaakt door een zekere Chmary. Ik zou diens isolator graag proberen deze zomer en probeerde er een aan te schaffen. Helaas paste deze niet in mijn Kempische kast zonder dat ik het plastic serieus moest verbouwen.
Ik heb mijn isolator daarom maar zelf gebouwd. Ik vermoed dat vooral de dikte van 1 cm van belang is om te beletten dat de bijen er natuurraat in zouden bouwen. Daarom heb ik geen gebruik gemaakt van originele Kempische raampjes maar heb er enkele gemaakt van 1 cm dik. Langs de beide kanten heb ik moerroosters bevestigd en in de toplat heb ik een taps gat voorzien om de koningin er in en uit te krijgen. De restanten van de moerroosters konden nog dienen voor een andere isolator. Ik hoop dat de foto’s voldoende verduidelijken. Over het effect van deze isolators zal ik in augustus nog wel eens uitweiden. Ik heb er nu dus alvast zes gemaakt terwijl ik mijn honingramen uitsmelt.
Vandaag eindelijk begonnen met het uitsmelten van de oude honingramen. 240 stuks, maar gelukkig kan ik er 24 tegelijk smelten. Normaal was ik hier al mee klaar maar de smelter werkte niet meer. De zwarte rubber darmen om de stoom te geleiden naar de kist waren helemaal doorgesleten na enkele jaren gebruik. Ik moest dus op zoek naar nieuwe darmen. Buitendiameter 10 mm en binnendiameter 6 mm. Dit bleek niet evident vermits deze rubber darmen blijkbaar niet zo geschikt zijn voor stoom. Google bracht uiteindelijk wel de oplossing. Siliconen darmen zijn wel bestand tegen water en stoom en die bleken ook verkrijgbaar in de juiste maat. Even online besteld en na 2 dagen al ontvangen. De montage ging ook vrij simpel.
Dit weekend heb ik de onderstaande honingbakken verwijderd. Tegelijk werd de bodem gereinigd en bij sommige volken nog een pak suikerdeeg opgelegd. De temperatuur was ongeveer 10 graden. Vandaag wordt echter 17 graden voorspeld en de wilgen beginnen er ook aan. De bijen gaan nu echt los. Tussen de maartse buien door, gaan ze proberen om zoveel mogelijk stuifmeel binnen te halen.
Vermits ik elk jaar 75% van mijn Kempische honingramen vervang door nieuwe waswafels, ben ik alvast begonnen aan het klaarmaken van de eerste partij. Begin april krijgen alle bijenvolken een eerste honingbak. Deze bevat 12 ramen en in het midden hang ik zes uitgewerkte ramen van vorig jaar. Deze uitgewerkte ramen werden bewaard in afgesloten plastic bakken en ze werden behandeld met azijnzuur tegen de wasmot. Door gebruik te maken van enkele uitgewerkte ramen, kruipen de bijen sneller door het koninginnenrooster naar de honingbak. Zodra ze beginnen met het vullen van de raten met verse nectar zullen ze ook de waswafels beginnen uit te werken. De nieuwe waswafels hangen dus aan de zijkanten. Normaal vullen de bijen eerst de raten in het midden van de honingbak, boven het broednest.
De volgende weken, bij deftig weer, verwijder ik de honingbak bij de volken. Deze heb ik tijdens de winter onder de broedbak staan. De ramen die hier in zitten, worden dan allemaal gesmolten. En de propere honingbak kan dan begin april boven een koninginnenrooster worden opgezet.
Vandaag begonnen aan het klaarmaken van de moestuin. Ik heb dit jaar een ander motief gekozen om mijn groentenbedden te organiseren.