Eind januari

Dit jaar ervaren de bijen een enorme jojo-beweging aan buitentemperatuur. De ene dag vriestemperaturen en de volgende dag 12 graden. Eergisteren en gisteren vlogen ze als gek en vandaag hangen ze op tros. Morgen wordt er een temperatuur van -4°C voorspeld. Om echt te kunnen profiteren van het stuifmeel van de hazelaar moet het niet alleen warm zijn, maar ook droger. Daar vrees ik dit jaar wat voor. De hazelaar is inmiddels klaar om zijn stuifmeel te lossen.

Maar door de hoeveelheden regen van de voorbije en volgende dagen zullen de bijen hier niet veel van profiteren. De volken zijn zelfs moeilijk bereikbaar op dit moment.

Door de hoge luchtvochtigheid, de lage buitentemperaturen en een begin van het broednest ontstaat er op dit moment vaak condensatie in de kasten. Om dit te voorkomen, heb ik alvast de bodemplaten verwijderd. Er gaat toch geen warmte verloren langs onder.

Ik heb momenteel slechts 1 volk met een pak voerdeeg. Maar volgende week krijgen ze allemaal een half pak op gelegd. Ze spreken dat wel aan als ze het nodig hebben. En resten voerdeeg die niet op zijn, geef ik later in honingpotten aan de jonge volken.

Wintersnoei

Vandaag ben ik alvast begonnen met het snoeien van bomen. De hazelaar laat nu duidelijk het verschil zien tussen jonge en oude takken. Hoe donkerder de bast, hoe ouder de tak. En als hij dan nog eens andere takken kruist, kan hij nu makkelijk worden verwijderd. De struik wordt ook veel luchtiger als we dit om de paar jaar doorvoeren.

Ook de knotwilgen kunnen al geknot worden. Ik knot de wilgen niet allemaal om de bijen steeds voldoende nectar te leveren. Ongeveer een vierde van de knotwilgen snoei ik elk jaar. Dat zijn er nog steeds vijftig per winter. De andere overloop ik alleen even om de vele afhangende takken weg te knippen. De knot krijgt na een gedeeltelijke snoei meer licht en de resterende takken groeien dikker. In de vierde winter levert de knotwilg dan mooi brandhout. De dunne tenen stapel ik in een houtwand.