Begin mei en barbecue-time! Maar het was vooral een leuke zondag om wat in de tuin te werken. De pofmaïs heb ik gezaaid en de kolen uitgeplant. Deze waren in de serre voorgetrokken en klaar om te worden geplant. Bloemkool, broccoli, rode kool en witte kool. De savooien stonden er al 14 dagen. En er moet natuurlijk worden water gegeven.
De serre heb ik vandaag gewit om de ergste hitte wat te temperen. Ik heb tevens de verwarming omgeschakeld op koelen vanaf 30 °C.
De passieflora die vorig jaar plots verscheen op de composthoop en ik heb aangeplant in de serre, krijgt haar eerste bloemen.
In de tuin heb ik ook weer meerdere wespenvallen opgehangen. Want deze snoepers verschijnen ook weldra.
Maar hoe zit het met de bijen? Weer 2 volken hebben een tweede honingzolder gekregen. De tussenaflegger heb ik vandaag ook gecontroleerd. De twee broedramen onderaan heb ik verwijderd en vervangen door twee andere uit de bovenste broedbak. Volgende week kan de situatie weer worden hersteld. Het volk heeft dan zijn zwermstemming vermoedelijk verloren, het heeft een pak honing gehaald en onderaan zelfs meerdere broedramen uitgewerkt.
De koninginnenaflegger, een zevenramer, zat weer barstensvol. Ik heb de koningin met drie ramen weer mee naar huis genomen in een nieuwe zesramer. Deze had ik enkele jaren geleden gemaakt om te gebruiken als kijkbak voor het publiek. Bovenop de zesramer staat een eenramer met beiderzijds glasplaten.
Ondanks het feit dat ik imker met rasloze bijen, selecteer ik wel op zachtaardigheid. Een sluier voor mijn gezicht en enkele rookstoten moeten echt volstaan voor elke ingreep. Honing wordt geoogst door afvegen van de ramen, zonder bijenuitlaat en meestal zelfs zonder sluier. Maar vandaag had ik mijn sluier wel degelijk nodig. En nee, niet voor de bijen, maar om in de moestuin te werken. De vogelschrik in de moestuin is namelijk bewoond. Een dikke zoemende buik vol hommels. En het werken op enkele stappen voor hun nest, werd duidelijk niet geapprecieerd.
Het zijn geen lastige wespen en de moestuin ligt compleet afgelegen. Ze mogen dus blijven en ik zal me wel voorzien als ik ga tuinieren.