Gisteren na het voeren van de bijen heb ik een emmertje vlierbessen geplukt. Na wassen en verwijderen van de steeltjes, heb ik de bessen even opgekookt en hierna door een zeef gedrukt. Dit sap terug opgekookt met het halve gewicht aan kandijsuiker en dan heet in een fles gegoten. In deze fles had ik eerst enkele takjes tijm gestopt. Zorg wel dat je fles zelf ook een tijd in heet water heeft gelegen en vul ze op een handdoek. Zet de fles niet direkt op het koude aanrecht. Door een plotse temperatuurswisseling zou de fles anders kunnen springen. De glassplinters zul je wel kunnen opruimen, maar de rode kleur in je keuken zou wel enorm zijn.
’s Morgens komt poes Laguna altijd bij mij op het bureau. Ze wil dan even alle aandacht trekken. Vandaag heeft ze haar troon gevonden in het boekenrek achter mij. Ze bevind zich nu juist boven mijn hoofd en geeft regelmatig een tik met haar voorpoot, waarna ik haar weer moet krabben onder haar kin.
Gisteren een Dathe-pijp gekocht om bij de bijen te beroken. Mijn grote beroker met blaasbalg werkt zeer goed, maar brandt dan weer zeer lang. Als ik hem meeneem in de wagen van de produktievolken naar de jonge volkjes heb ik zelf ook zin om me in paniek vol te gieten met honing, klaar om te vluchten. De rook in de wagen is echt geen pretje. Die beroker is prima voor een grote controle, maar om even te roken voor een vluchtige controle heb ik me de kleine pijp aangeschaft. Hoewel ik jaren lang pijpen heb gerookt, zal het toch wel even wennen zijn. Gelukkig zorgt een kogelventiel er voor dat je alleen kan rook uitblazen en niet inhaleren.