Het hout van de knotwilgen heb ik op maat gezaagd voor de kachel. Het kan nu verder drogen tot de winter. De dunne takken of tenen heb ik in de weide aan de schaapjes gegeven. Als de schors volledig is opgegeten, gaat de rest in de houtwal.




Het hout van de knotwilgen heb ik op maat gezaagd voor de kachel. Het kan nu verder drogen tot de winter. De dunne takken of tenen heb ik in de weide aan de schaapjes gegeven. Als de schors volledig is opgegeten, gaat de rest in de houtwal.
Vandaag ben ik alvast begonnen met het snoeien van bomen. De hazelaar laat nu duidelijk het verschil zien tussen jonge en oude takken. Hoe donkerder de bast, hoe ouder de tak. En als hij dan nog eens andere takken kruist, kan hij nu makkelijk worden verwijderd. De struik wordt ook veel luchtiger als we dit om de paar jaar doorvoeren.
Ook de knotwilgen kunnen al geknot worden. Ik knot de wilgen niet allemaal om de bijen steeds voldoende nectar te leveren. Ongeveer een vierde van de knotwilgen snoei ik elk jaar. Dat zijn er nog steeds vijftig per winter. De andere overloop ik alleen even om de vele afhangende takken weg te knippen. De knot krijgt na een gedeeltelijke snoei meer licht en de resterende takken groeien dikker. In de vierde winter levert de knotwilg dan mooi brandhout. De dunne tenen stapel ik in een houtwand.