Zodra ik begon als imker was ik overtuigd van het belang van zuivere was in bijenvolken. De meeste gezondheidsproblemen die een bijenvolk echt ten gronde kunnen richten, zijn broedziekten. De varroamijt is natuurlijk de bekendste. Maar de varroamijt heeft ook veel virussen in de mogelijkheid gebracht om bijen aan te tasten. En waar bevinden deze virussen zich zoal? Overal. Maar in de onmiddellijke omgeving van de bijen hebben ze wel het meeste voordeel. Dat geldt immers voor elke ziektekiem of parasiet. Net daarom is hygiëne zo belangrijk. We houden als mensen onze woning ook zo proper mogelijk en verversen regelmatig de lakens op ons bed. Een bijenkast is ook een woning en de wasraten beschouw ik als de vloer van ons huis. Of als ons bed. De wasdekseltjes zijn dan als onze lakens. Ik begon daarom al in mijn eerste imkerjaren met de productie van eigen waswafels. Het waswafeltoestel was een dure investering, maar misschien wel de beste die ik ooit deed.

Momenteel heeft elke Vlaamse imker de mogelijkheid om waswafels te laten gieten van zijn eigen was. Dankzij de inzet van de Limburgse imkervereniging en de mensen van Lieteberg. De aanschaf van een eigen waswafeltoestel is dus niet meer nodig. Vermits ik net als alle Limburgse imkers de eerste vijf jaar gratis 20 kg was mag laten wafelen, heb ik mijn eigen toestel voorlopig opzij gezet. Vanaf dit jaar kunnen ook niet-Limburgse imkers terecht bij Lieteberg met hun eigen was.


Ik ververs jaarlijks bijna 100% van de raten. Ik verbruik dus zeer veel waswafels. Maar door de oude ramen te smelten bekom ik zo natuurlijk ook veel eigen was. De hoeveelheid eigen was wordt elk jaar gewoon groter. Want de bijen krijgen wel waswafels, maar ze produceren zelf veel nieuwe was. Ze werken de waswafels uit tot mooie raat. Ze maken zegeltjes om de cellen te sluiten en ze bouwen de darrenraten helemaal zelf. Het is bijgevolg perfect mogelijk om niet alle was terug om te zetten tot waswafels. Want we gebruiken bij voorkeur alleen de zuiverste was en halen de vuilste uit de kringloop. Dit is de essentie van een eigen gesloten waskringloop.


broedramen gaat uit mijn kringloop.



Bestrijdingsmiddelen die we als imker in de kast brengen tegen de varroamijt mogen natuurlijk niet opstapelen in was. Oxaalzuur zou niet opstapelen in de was. Maar de broedramen die worden besproeid, gaan toch uit de kringloop. Het uitgesneden darrenraam is was van maximaal 3 weken oud en de zegeltjes van de honingramen zijn ook maar enkele weken oud. Deze was is dus zeer zuiver. Ik gebruik hem dan ook voor de productie van honingramen. Hoe zuiverder de was in een honingraam, hoe zuiverder de honing kan zijn. De honingramen die dadelijk na de honingoogst worden gesmolten zijn nog zuiver genoeg voor de productie van broedramen. Ze waren nog nooit bebroed en ik beschouw ze dus vrij van broedziekten. De honingramen zijn trouwens niet ouder dan vier maanden. Ik gaf ze in maart een honingzolder en slingerde de laatste keer in juli. De honingramen die ik in het vroege voorjaar onder de broedbakken weghaal, zijn wellicht nog wel een enkele keer bebroed geweest in de nazomer en ze stonden ook onder de kast tijdens de winterbehandeling. Deze was gebruik ik ook nog voor mijn broedramen, maar alleen als tweede keuze. Een reserve als het ware. Maar de vele broedramen die ik elk jaar weer smelt, leveren veel was die ik verwijder uit de kringloop. Voor de productie van kaarsen en boenwas is deze prima geschikt. Soms wordt deze was verkocht aan restaurateurs of aan mensen die batikken. Elk blok was wordt gemerkt: B voor bebroede was, H voor honingwas, Z voor zuiver van zegelwas of darrenraat.
Verontreinigingen uit de omgeving worden door de bijen natuurlijk ook binnengebracht in de kast en zo ingebouwd in de wasraten. Dat kunnen allerlei pesticiden en herbiciden zijn. Wellicht ook industriële vervuilingen. Maar hier hebben we als imker weinig controle over. Ik ga er maar van uit dat dit wel meevalt als we de raten toch jaarlijks vervangen. Hoe minder vaak bijen over de wasraten wandelen met hun vuile pootjes, hoe zuiverder de raat is bij smelten. Blijft een of ander product in de was, zelfs na uitsmelten en opnieuw uitbouwen, kan de concentratie hiervan natuurlijk steeds verhogen. Maar dat is toch niet op te lossen. Het steeds weggooien van de broedkamerwas zorgt dan wel voor een verdunning. Met 12 broedramen en 24 honingramen van halve hoogte, gooi ik jaarlijks eigenlijk de helft van de was uit mijn kringloop.


