Moerloos

Op 14 mei vond ik gesloten doppen in een volk en vond de koningin niet. Echt zoeken naar een koningin doe ik eigenlijk nooit. Als ik ze tegen kom bij een controle wordt ze gemerkt en geknipt. Maar nu met die gesloten doppen? Dit volk was al geen hoogvlieger geweest bij de voorjaarsontwikkeling en daarom brak ik alle doppen. Vijf dagen later keek ik nog eens en de bijen hadden toch nog op enkele larven geprobeerd om nieuwe redcellen op te trekken. Ik heb dan ook deze doppen gebroken en gaf het volk een raam uit een ander volk dat wel een ‘drieplus’ had gekregen bij zijn voorjaarsontwikkeling. Alleen op dit raam vond het volk dus eitjes om nieuwe doppen op te trekken. Dit was op 19 mei en op 21 mei hadden ze inderdaad meerdere redcellen aangemaakt op dit raam. Ik had het raam trouwens gemerkt met een punaise op de toplat. Dit is ‘het’ bewijs dat een volk moerloos is. 12 dagen na het inhangen van een raam met eitjes en larven kan er dus een koningin geboren zijn en die loopt dan tutend door de kast. Op zoek naar andere koninginnen om te vechten op leven en dood. De prijs voor de overwinning is een gans volk dat je de rest van je leven dagelijks dient te voorzien van nieuw broed. Eieren leggen tot je er bij neervalt dus. Gisteren op 31 mei opende ik na 16 u de kast. Na 16 u om te voorkomen dat de jonge koningin met een deel van het volk ‘nazwermd’ en het resterende volk achterlaat met nog enkele gesloten doppen. Om dit voorkomen worden na 12 dagen de nog gesloten doppen geopend en vernietigd. Er waren op het gemerkte raam twee doppen uitgelopen en de andere waren langs de zijkanten weggeknaagd. De bijen waren dus tevreden en hebben besloten om geen ‘nazwermen’ te produceren. Ik heb de kast gesloten en zal het broednest pas binnen drie weken weer openen. Kom ik de nieuwe koningin in de volgende maanden ooit tegen wordt ze gemerkt en geknipt.

Van de uitgelopen dop in het midden is alleen het dekseltje verdwenen terwijl de zijkanten rondom wat zijn gerafeld. Hier is een koningin geboren! Hoera!

Doppen breken.

Vorig weekend is er tijdens de wekelijkse controle spijtig genoeg een koningin gestorven. Toen ik ze met het klemmetje van de raat wou nemen, sprong het veertje uit de klem. Hierdoor klapte het klemmetje helemaal dicht en kwam de koningin precies met haar borststuk knel te zitten tussen de kaken van het klemmetje.

Een moerloos volk kweekt dan zelf wel een nieuwe koningin. Een aantal eitjes of larven worden dan verzorgd als ware het koninginnen. Ze groeien dan op in een omgebouwde broedcel. Een zogenaamde redcel. Nu is het voor de bijen natuurlijk het beste als ze zo snel mogelijk een nieuwe koningin aan de leg hebben. Daarom gebruiken ze soms jonge larfjes die eigenlijk al iets te oud zijn om nog volwaardig om te bouwen tot een goede koningin.

Op dag vier komt de larve uit het ei en alleen dan krijgt dit larfje echte koninginnenbrij. Dus dezelfde voeding als een jonge koninginnenlarve krijgt. Daarna, tot de negende dag krijgt een werksterlarve een andere voeding dan een toekomstige koningin. Wordt een redcel nu opgebouwd vanaf een eitje, krijgt deze larve alleen maar pure koninginnenbrij en dus alles wat ze nodig heeft om een prima koningin te worden. Om hier nu zeker van te zijn, controleer ik het volk op dag vijf. Alle moerdoppen die dan al zijn gesloten, haal ik weg. De doppen worden pas gesloten op dag negen en dus zijn alleen open cellen op deze vijfde dag begonnen van een eitje. Natuurlijk heb ik slechts op een raam een aantal open doppen gelaten. Alleen dit raam moet ik dan nog controleren op dag dertien. Dit is voor een dop die is opgezet van een driedaags eitje, namelijk de dag dat de koningin uitloopt. Er is met slechts dat ene raam een grote kans dat de eerste koningin de andere moertjes in de dop dood steekt. Ze vind deze vlakbij op hetzelfde raam en moet niet de ganse bak doorzoeken. Na 16 uur controleer ik zelf dit raam en open alle doppen die dan nog dicht zijn. De uitlopende moertjes vechten het dan tijdens de nacht zelf wel uit. Het risico op een nazwerm kan ik op deze manier uitsluiten.

Het mag duidelijk zijn dat het bijhouden van een agenda voor een imker onontbeerlijk is. En weer of geen weer, goesting of niet, deze werkjes moeten op de exacte dag gebeuren.