Vorig weekend is er tijdens de wekelijkse controle spijtig genoeg een koningin gestorven. Toen ik ze met het klemmetje van de raat wou nemen, sprong het veertje uit de klem. Hierdoor klapte het klemmetje helemaal dicht en kwam de koningin precies met haar borststuk knel te zitten tussen de kaken van het klemmetje.
Een moerloos volk kweekt dan zelf wel een nieuwe koningin. Een aantal eitjes of larven worden dan verzorgd als ware het koninginnen. Ze groeien dan op in een omgebouwde broedcel. Een zogenaamde redcel. Nu is het voor de bijen natuurlijk het beste als ze zo snel mogelijk een nieuwe koningin aan de leg hebben. Daarom gebruiken ze soms jonge larfjes die eigenlijk al iets te oud zijn om nog volwaardig om te bouwen tot een goede koningin.
Op dag vier komt de larve uit het ei en alleen dan krijgt dit larfje echte koninginnenbrij. Dus dezelfde voeding als een jonge koninginnenlarve krijgt. Daarna, tot de negende dag krijgt een werksterlarve een andere voeding dan een toekomstige koningin. Wordt een redcel nu opgebouwd vanaf een eitje, krijgt deze larve alleen maar pure koninginnenbrij en dus alles wat ze nodig heeft om een prima koningin te worden. Om hier nu zeker van te zijn, controleer ik het volk op dag vijf. Alle moerdoppen die dan al zijn gesloten, haal ik weg. De doppen worden pas gesloten op dag negen en dus zijn alleen open cellen op deze vijfde dag begonnen van een eitje. Natuurlijk heb ik slechts op een raam een aantal open doppen gelaten. Alleen dit raam moet ik dan nog controleren op dag dertien. Dit is voor een dop die is opgezet van een driedaags eitje, namelijk de dag dat de koningin uitloopt. Er is met slechts dat ene raam een grote kans dat de eerste koningin de andere moertjes in de dop dood steekt. Ze vind deze vlakbij op hetzelfde raam en moet niet de ganse bak doorzoeken. Na 16 uur controleer ik zelf dit raam en open alle doppen die dan nog dicht zijn. De uitlopende moertjes vechten het dan tijdens de nacht zelf wel uit. Het risico op een nazwerm kan ik op deze manier uitsluiten.
Het mag duidelijk zijn dat het bijhouden van een agenda voor een imker onontbeerlijk is. En weer of geen weer, goesting of niet, deze werkjes moeten op de exacte dag gebeuren.