23 januari 2022

Bijna! Nog even geduld.

De hazelaars lossen reeds wat stuifmeel. Zodra de lucht wat droger wordt, beginnen de katjes te stuiven. En als het zonnetje er even bij komt kijken, zullen ook de bijen te voorschijn komen.
Voor de eerste wilgenkatjes is het nog een drietal weken te vroeg. Hopelijk bereiken we dan enkele dagen temperaturen rond 15 graden.

Waswafels

De was is terug van Lieteberg. 20 kg eigen was tot Kempische waswafels herleidt. We kunnen er weer tegen.

De voorbije dagen werd er in de schapenstal geen enkele rat meer gevangen. Voorheen zat er bijna dagelijks een rat in de oude kattenval. Ik lokte ze er in met blokjes rattengif waar ze blijkbaar verzot op zijn. De val was al meer dan een week niet meer voorzien van aas, maar stond nog wel op scherp. En vandaag was ze weer dichtgeklapt. Een groot bunzingmannetje had zich in de val vastgelopen. De ganse schapenstal stonk naar bunzing. Ik heb hem voorzichtig terug vrijgelaten waarna hij onder de stapel hooibalen verdween. Deze knaap zorgde er voor dat er geen ratten meer in de stal zijn. Ze vinden die namelijk zeer lekker. De achtergebleven deodorant in de stal gaat nog wel enkele weken de ratten verjagen. Een tweetal jaar geleden is dit nog eens gebeurd en ook toen heb ik nog vele weken geen rat meer gevonden. Ook hun graafgangen bleven dicht. Ik zou liever hebben dat de bunzing definitief zijn intrek nam in de schapenstal, maar zonder ratten zal hij vermoedelijk verderop gaan jagen. Om dan terug te keren als er weer voldoende prooien zijn.

Winterbehandeling deel 2

Vandaag heb ik de laatste 12 volken behandeld. Deze staan in Gerhagen. Het is er veel droger dan aan het Waterbroek. Pure zandgronden met veel dennenbossen. Slechts een viertal produktievolken kunnen er floreren om honing te produceren, maar ik zet er ook elk jaar een deel van mijn jongvolken. En daar doen die het beduidend beter dan aan het Waterbroek. De volken zijn er weer groot en gezond. Ik had daar wel op 25 september al opgemerkt dat er nog twee kasten waren met aangezette moerdoppen en slechts verzegeld broed. Deze volken hadden dus toen besloten dat ze een nieuwe koningin nodig hadden. Een succesvolle bruidsvlucht zo laat op het jaar is niet evident maar ook niet onmogelijk. En vandaag blijkt dat dit al zeker voor één volk slecht is afgelopen. Dat volk had slechts een handvol bijen onder een grote voedselvoorraad. Ik heb ze nog bedruppelt met oxaal maar ik ben al wel zeker dat ze volgende maand weg zijn. Ik heb dus momenteel nog 25 van de 27 volken. Ik vind een verlies van 10% van de volken vrij normaal. Ik zet deze wel niet allemaal op rekening van de varroamijt. Ook de volken met een late moerwissel, zoals ik vandaag aantrof, horen daar bij.

Rond Nieuwjaar ga ik elk volk weer een isolatiekussen met schapenwol geven onder het dak. Ze kunnen dan het nieuw opgestarte broednest iets gemakkelijker op temperatuur houden. En vanaf dan weeg ik de kasten elke veertien dagen om ze tijdig een pak voederdeeg te kunnen geven als ze het nodig hebben.

7 november 2021

Dit jaar zal ik voor het eerst geen winterbehandeling kunnen uitvoeren op de feestdag van de imkerheilige Sint Ambrosius. De bijen vliegen nog steeds uit tijdens de middaguren en de volgende veertien dagen wordt nog geen vorst voorspeld. We kunnen er pas van uit gaan dat er geen broed meer aanwezig is, drie weken na enkele vriesdagen. Ga ik dan dit jaar misschien niet behandelen. Absoluut wel. Volgens mij is de winterbehandeling even essentieel als de zomerbehandeling. Ik zal er dus zelf voor moeten zorgen dat ze even efficiënt is als tijdens andere jaren. Mocht er nog geen vorst zijn tegen eind november zal ik in december toch de oxaalzuurbehandeling doorvoeren. Alleen ga ik er dan van uit dat er geen broedloos volk is en bijgevolg is de behandeling niet zo efficiënt. En wettelijk of niet, ik laat mijn bijen niet verkommeren. Dan zal ik oxaalzuur sublimeren in plaats van bedruppelen. Een sublimatie kan zonder gevaar voor het bijenvolk worden herhaald en bijgevolg toch voldoende varroamijten af te doden. Er is natuurlijk veel meer werk aan de sublimatie. Voor elk volk heb je snel 10 minuten nodig en als je het dan nog een paar keer wenst te herhalen, vraagt dat veel meer tijd dan even snel 50 ml te druppelen in elke kast.

De Ouessantbok loopt alweer een week bij de kudde. Ik heb hem al een paar ooien zien besnuffelen. Hij krijgt in elk geval maar twee maanden de tijd om zijn lusten te botvieren. Met nieuwjaar gaan de ooien naar de aflammerweide. Dat perceel is met zijn zandgrond veel droger en zelfs enkele graden warmer dan in de natte broekweides. De ooien blijven daar dan tot ze in de vroege zomer zijn geschoren en worden dan weer omgewisseld met de bok, die ze pas in november terug zien.

Nieuwe kasten

Deze keer niet over bijenkasten, maar een berichtje over nestkastjes. Vermits ik nog wat cederhout op overschot had en vele kastjes versleten waren, heb ik enkele nieuwe gemaakt.

Mezenkastje in multiplex is op het einde van zijn loopbaan.
Boomkleverkastje is bewerkt door een specht.
Nieuw mezenkastje in red cedar.
Nieuw boomkleverkastje in red cedar. Het mezenkastje op de achtergrond was nog degelijk.
Vermits de bosuilkast ook was uiteengevallen heb ik deze cederhouten kast gehangen. Deze is wel aangekocht.
Tegelijkertijd heb ik ook een kast aangeschaft voor een eventuele steenuil.

De meeste van de tientallen kastjes worden bewoond door meesjes, maar de boomklever had het zijne in gebruik en ook de roodborstjes gebruikten hun kastje. De bosuil is dit jaar niet teruggekeerd maar de kast was al beschadigd aan het dak. Daarom nu een nieuwe.

Het roodborstkastje.

Ik zie tegenwoordig ook eekhoorntjes. Waarschijnlijk komen ze af op de tientallen hazelaars die ik heb aangeplant. Daarom maak ik deze week ook nog een kastje voor deze rode noteneters.

Maar naast vogels verschaf ik ook nestgelegenheid aan andere insecten dan bijen. Maar zelfs een merel gebruikt jaarlijks dit insectenhotel. Een echte all-in dus.
De Warrekast is voor mij ook een insectenhotel. De zwerm die er vorig jaar introk, had dit jaar wel nood aan uitbreiding. En achter de deurtjes van de kijkglazen woont een mierenkolonie. Vorige week werd de ingang nog verkend door een doodshoofdvlinder. Spijtig genoeg sloeg hij op de vlucht toen ik hem wou fotograferen.

Regenseizoen 2021

Vanmiddag even een controle gedaan aan de bijenstand. Enkele kasten stonden op houten paletten en blijkbaar is dat iets te laag. De vlieggaten zaten onder water en de bijen konden niet meer naar buiten. Ik heb dan maar enkele stenen op de paletten gezet en daarop de kasten. Door het extra gewicht voorkom ik ook dat de paletten met kasten gaan wegdrijven. De schapen hebben zich teruggetrokken op een hoger stukje weiland en zijn oké. De moestuin heeft zich ook teruggetrokken. Onder het wateroppervlak. Deze is voor dit seizoen hopeloos verloren. Vorig jaar te droog en nu te nat. You win some en you loose some. Dit jaar geen aardappelen, uien of courgetten.