Vandaag nog eens een controle gedaan van de bijenvolken. Het eerste dat opvalt, is het vele stuifmeel dat binnenkomt. Het vuurrode van de paardenkastanje is echter zeldzaam. Net zoals ik al dacht, zijn er veel bloesems verdroogd. Vorige week vielen de witte kroonblaadjes massaal op de grond terwijl de bovenste helft van de trossen nog niet eens was geopend. Ze halen dit jaar dus niet veel op de paardenkastanje. De noten zijn tot op het hout bevroren en de droge bloempjes vallen nu ook massaal. Er komt wel nieuw blad aan de bomen, maar nieuwe bloemen worden natuurlijk niet zo vlot opnieuw aangelegd. Met de accacia is het verhaal identiek. Daar zie ik momenteel zelfs nog geen nieuw blad verschijnen. De voorjaarsdracht is hiermee dus voorbij.
De honingzolders waren goed gevuld en voor driekwart verzegeld. Maar dat was begin mei. Nu waren de bakken veel lichter. De zegels waren zelfs verdwenen voor een deel. De eerste honingoogst zal dus zeker 14 dagen opschuiven.
Maar na het wegnemen van de honingzolders en het moerrooster viel er een gezond volk te ontdekken. Broed op 10 ramen, veel larven van elke leeftijd en ook veel eitjes. De open, uitgelopen cellen lagen blinkend gepoetst te wachten op de passage van de leggende koningin. Er was ook zeer veel stuifmeel opgeslagen, doch bijna uniform geel van kleur. Ook de dagelijkse wolk voorvliegende bijen rond 14 – 16 uur had me al doen besluiten dat de volken groot en gezond zijn.
De ijsheiligen zijn bijna voorbij en de volgende week ziet er goed uit met voldoende water. Het ideale moment dus om de plantjes uit de serre naar buiten te halen. Kolen, bonen, courgettes en pompoenen. Althans de eerste pompoenen, want ik heb ook wat gevoeliger soorten gezaaid en die moeten nog even binnen blijven. De mediterrane kuipplanten gaan nu met dit bewolkt weer ook buiten in het weekend. De dag en nachttemperatuur ligt nu niet zo veel uit elkaar en door de bewolking is er minder gevaar voor zonnebrand de eerste dagen. We blijven natuurlijk goed letten op de weersvoorspellingen.