De broedafleggers van vorige week gaven gisteren dit beeld. Niet alle 8 maar toch 5 kasten hingen vol ontlasting: nosema bij de jonge volkjes! Dadelijk ingrijpen is dan de boodschap.
Vermits er geen behandeling meer verkrijgbaar is tegen nosemose en een groot gezond volk dit wel kan overwinnen, is de snelheid van handelen vermoedelijk het belangrijkst. Ik heb daarom vandaag alle 8 afleggers naar huis gehaald om ze in hun totaliteit te stomen. Gezuiverde was, gestoomde houten raampjes en een uitgestoomde kast is het resultaat. Wat is er nu gebeurt? Het probleem had ik wel vastgesteld en opgelost, maar wat was de oorzaak?
De productievolken waren in april zo groot en ik vond reeds enkele belegde zwermdopjes. Ik moest dus een aderlating toepassen op het volk. Sinds mijn eerste imkerjaar maak ik broedafleggers van 1 of 2 broedramen op het einde van april. Wat was er dit jaar anders verlopen? Het was koud en wisselvallig weer met nachtvorst, zoals anders. Ik had de broedafleggers op de volken laten staan met een separator zoals anders bij een koudere periode. Ik had suikerwater gegeven, maar in plaats van bietsuiker 1:1 had ik de tarwesuiker van Apigold verdund. Vorig jaar was dit ook geen probleem geweest. De kasten van de broedafleggers waren echter door en door nat. Zelfs de bijen en de houten raampjes waren nat. Een afdekplastiek had ik altijd al gebruikt. Maar de betonplexkasten waren wel veel natter dan de vurenhouten kasten. Deze bleken ook zwaarder besmet met nosema. Condensatie van vocht in afkoelende lucht! Dat was de oorzaak.
Zoals steeds had ik vooruitgedacht naar de mooiere dagen voor de bruidsvlucht van de jonge koninginnen. Met de dagen dat de koningin nog niet was geboren, had ik echter geen rekening gehouden. En april was zo droog geweest dat de nectar- en stuifmeeldracht stilviel. Zelfs op mijn doorgaans nat perceel wil het gras nog niet groeien en vallen de wilgenkatjes verdroogd van de knotwilgen. De bijen vlogen de voorbije week alleen op water. De kleine broedafleggers hebben echter te weinig vliegbijen om water te halen en vers stuifmeel. Maar er was duidelijk zelfs teveel water in de bak aanwezig. Het probleem lag elders. Gebrek aan stuifmeel? Ze hadden stuifmeel meegekregen. Maar de bijen waren verkleumd en doornat. Ik denk echter dat ik nu weet wat dit heeft veroorzaakt. De productievolken zaten al op twee honingbakken en waren volop bezig met indikken van de nectar. Al dit vocht stijgt mee met de opgaande warmte naar de bovenliggende broedaflegger. Het volkje met drie ramen kan natuurlijk niet de ganse bakruimte verwarmen en het productievolk zat dit jaar zelfs 2 honingbakken lager in plaats van 1 honingbak in andere jaren. Hierdoor sloeg er condens neer op de koude wanden en het dekplastiek. Koud en verkleumd zijn de bijen ten prooi gevallen aan Nosema. En volgens mijn microscopie was het de Nosema apis.
De onderstaande productievolken heb ik vandaag niet geopend. Ze hadden al enkele dagen een “Nosemahoed” op hun hoofd en het was vandaag een perfecte haaldag voor nectar en stuifmeel. Ik zou het volk toch maar hebben verstoord. We zullen binnen enkele dagen wel eens kijken in hun broedkamers. Door het snel handelen hoop ik ze te hebben gevrijwaard. Nieuwe broedafleggers zullen even moeten wachten, en anders maken we volgende maand maar simpele koninginnenafleggers.