Begin november en volgens de thermometer nog volop zomer. Als dat maar goed komt met de bijen. Ze vliegen in grote aantallen en verbruiken dus veel energie en voer. Ik betwijfel dat ze nog veel binnenbrengen en bijgevolg zal ik ze binnenkort eens gaan wegen. Ik verwacht dat ik ze dit jaar al veel sneller een pak deeg zal moeten geven. Ondertussen is er natuurlijk nog ander werk aan de bijenstand.
De knotwilgen moeten weer worden gesnoeid. En daar ben ik dus mee begonnen. Natuurlijk worden ze niet allemaal tegelijk geknot. De bijen zouden anders hun stuifmeelbron voor volgend voorjaar kwijt zijn. Om de massa takjes kwijt te raken, probeer ik enkele constructies uit. Ten eerste een takkenwand.
Tussen de stevige stokken kan ik alle kleine takjes kwijt. De staande stokken zijn ongeveer 50 cm ingegraven en zullen bijgevolg wel wortelen en zelf ook knotwilgen worden. Maar naast de dikke stokken en de kleine twijgjes zijn er natuurlijk nog veel meer twijgen van de buigzame tussenmaat. Dit zijn de zogenaamde wilgentenen. Deze schreeuwen als het ware om te worden gebruikt als vlechtmateriaal. En daarom deze constructie:
Een wigwam van wilgentenen. En blijkbaar heb ik nog heel wat te knotten alvorens deze klaar is. Ook hier heb ik de hoofdstammetjes diep in de grond gestoken. Deze kunnen dus ook wortelen.