3 mei 2014

Vandaag de volken gecontroleerd aan het boshuis. Volk 6 zat zo vol bijen en broed dat we hebben besloten een tussenaflegger te maken. Het darrenraam was grotendeels verzegeld en dat werd uitgesneden. Op meerdere ramen waren doppen aangezet, doch we vonden nog geen enkele met een eitje. Om een tussenaflegger te maken met een Kempische kast, ging ik als volgt te werk:

De koningin werd eerst in een klemmetje gezet om haar niet te beschadigen. De ganse broedbak werd opzij geplaatst en een lege bak op de bodem gezet. Centraal in deze bak heb ik twee ramen gehangen met veel open broed. De lege plaatsen in de oude broedbak werden aangevuld met twee waswafels. In de nieuwe broedbak werden nog enkele waswafels naast de twee broedramen gehangen. Hierna heb ik de Koninginnenrooster teruggeplaatst en hierop de honingzolder gezet. Het rooster belet dat er darren in de honingzolder terecht komen. Op de honingzolder kwam dan een separatorrooster met vliegopening. En hierop werd dan de oude broedbak gezet waarna de koningin terug werd vrijgelaten. Alle vliegbijen die de oude broedbak verlaten, keren nu terug via de onderste, hun bekende, vliegopening in de onderste bak. Ze vinden hier slechts twee ramen broed en voelen zich snel moerloos. Ze gaan nu proberen om doppen aan te zetten en doen tegelijkertijd verder met de honingproductie in de honingzolder.  Het volk in de bovenste bak heeft nog haar koningin, maar verliest alle vliegbijen en gaat haar zwermplannen nu opbergen. In de onderste bak kunnen de varroamijten zich nu slechts laten insluiten in twee ramen met open broed. Na 8 tot 10 dagen kan de situatie worden hersteld. De bovenste bak gaat terug naar onder en de onderste bak wordt verwijderd. De twee broedramen worden vernietigd met de varroamijten er in. Het volk verliest dus zijn zwermstemming en ik kan ook de varroamijten een slag toebrengen.