Deze maand is de laatste maar tevens de eerste van een imkerjaar. De volken worden nà een produktief jaar klaargemaakt voor de winter. Maar met deze voorbereiding leggen we echter ook al de basis voor het volgend jaar. De produktievolken hebben half juli hun laatste honing afgeleverd. Hierbij is ook nog een snelle broedcontrole gebeurd. Dezelfde avond kregen ze nog een liter suikersiroop en na 3 dagen is er een behandling met thymovarplaatjes gestart. Deze plaatjes blijven nu 3 weken liggen en worden dan vervangen voor nog eens 3 weken. In juli kregen ze om de 2 dagen een liter suikersiroop. Dit om het broednest niet dicht te gooien met voeder. Met 5 liter zouden ze moeten rondkomen tot half augustus waarna de verdere invoedering gebeurt tot de kasten op gewicht zijn. Zodra de kasten 15 kg zwaarder zijn geworden, hebben ze voldoende. De zomerbehandeling tegen de varroamijt met thymolverdamping is wel sterk afhankelijk van de temperatuur. Te lage temperatuur is niet te verwachten in deze periode, doch bij 30°C en hoger open ik wel de bodemschuif. Dit beperkt de dan optredende broedschade aanzienlijk. Het dodend effect op de varroamijt komt toch niet van een korte walm maar van een langdurige behandeling en dan steekt het wellicht niet op die paar hete dagen dat de schuif open stond.
De jonge volken voor het volgende jaar worden nog steeds constant gevoerd en behouden hun kleine vliegopening. Deze volkjes groeien nog steeds, in tegenstelling tot de produktiekasten. Eind september zijn ze bijna evenwaardig en even goed in staat om de winter te overleven. Het broednest wordt ook nog niet verstoord met een varroabestrijding. Ze zijn slechts 1 of 2 maand geleden varroa-arm opgestart en kunnen de infectiedruk nog prima aan. Pas vanaf eind augustus tot eind september worden ze behandeld en verder op gewicht gevoerd.
Deze maand worden de nutteloos geworden darren ook verwijderd. De bijen stoppen met het voeren van de darren en ze worden simpel uit de kast verwijderd: de darrenslacht. Er is hierna dan ook geen koninginnenkweek meer mogelijk. De bijen kunnen zich geen nieuwe koningin meer kweken en dit is het sein voor vele imkers om hun koninginnen te vervangen. Zelf doe ik hier niet aan. Op een uitzondering na hebben de produktievolken allen een koningin van het voorbije jaar. De nieuwe produktievolken leveren volgend jaar eind april, begin mei een broedaflegger. Hierin kweken ze zelf een nieuwe koningin. De doppen die teveel zijn aangezet, worden tot bevruchte koninginnen opgekweekt in apideakastjes. Deze zijn in juni aan de leg en kunnen dan bij kunstzwermen worden gevoegd die worden gemaakt tijdens de honingoogst. Broedafleggers en kunstzwermen zijn de nieuwe produktievolken voor het volgend jaar. De koninginnen worden tevens geknipt en gemerkt. Als ze tijdens het produktiejaar besluiten te zwermen, gaat de koningin verloren en wordt vervangen door een jong exemplaar.
Een ander spectaculair en volledig ongewenst gedrag in augustus is de roverij. Sterke volken halen de nectar waar ze hem vinden en dat is vaak bij zwakkere volken. De schuld ligt echter nooit bij de bijen doch steeds bij de imker. En dan nog alleen bij de imker van het beroofde volk en niet bij de imker van de rovers. Preventie is echter simpel. Hou de vliegopeningen van kleine, zwakke volken klein. Voer alleen ’s avonds en zorg dat de gevoerde hoeveelheid tijdens de nacht is verwerkt. Gebruik voederbakjes met afsluibare deksels en gebruik geen open bakken met ‘drijfrommel’. Mors niet met voedersirooop om de rovers de weg te wijzen. Ook de varroabehandeling van de jonge volkjes uitstellen hoort hier bij. Bij optredende broedschade, wordt het volkje namelijk niet sterker, doch verzwakt en wordt dan sneller beroofd.