Maart

 

Maart! De natuur laat zich nu niet meer stoppen. Net zoals onze bijenvolken. Weldra is de winterrust voorbij. Telkens de bijen op de vliegplank verschijnen, kan ik beginnen met de volken te vergelijken. Die ene kast vliegt wel en die andere niet. Of ze lijken veel zenuwachtiger. Op deze kasten zet ik dan een krijtmerk. Bij de latere voorjaarscontrole verdient zo’n volk iets meer aandacht. Is het volk moerloos, darrenbroedig of danig verzwakt door varroa, nosema of scheelt er iets anders. Door het deksel op te heffen, heb ik al condens gezien onder de plasticfolie wat duidt op de aanwezigheid van een broednest. Tijdens de mooie vliegdagen in maart zal ik nu ook snel stuifmeel zien binnendragen. Dit duidt eveneens op een mooi gezond volk met een fraai broednest. Het stuifmeel zal deze maand vooral komen van de wilgen. Eén wilgenboom per volk, op slechts enkele meters van de kast, zou natuurlijk ideaal zijn.

Het broednest dat nu snel groter wordt, heeft nog een andere behoefte dan stuifmeel: water. Het condenswater onder de plasticfolie volstaat nu wellicht niet meer om in de behoefte van het broedend volk te voorzien. Er komen dus ook meer en meer waterdraagsters zwaarbeladen terug naar de kast. België is weliswaar een nat land en behoefte aan een waterbron is er wellicht niet echt. Maar als de bijen op slechts enkele meters van de bijenstand een waterbron vinden, hoeven ze niet te verkleumen op een lange weg terug naar huis. Een bij op de terugweg die overvallen wordt door een plotse temperatuurdaling, bijvoorbeeld als de zon even achter de wolken verdwijnt, zou zo wel eens kunnen verloren gaan voor het volk. Misschien overdreven maar in het voorjaar mag de stuifmeelbron en het water toch niet te ver van de kast verwijderd zijn. En een waterplaats naast de stand is snel voorzien. Wel er goed zorg voor dragen dat de waterplaats niet voortdurend wordt overvlogen door zich ontlastende bijen. Een besmettingshaard voor nosema kunnen we missen. Dus liever naast dan onder de voornaamste vliegroutes plaatsen. Door de plasticfolie heb ik de vorige maand natuurlijk al veel gezien, maar in maart, met temperaturen boven 15°C, kan ik wel een betere controle doen. Bij het oplichten van de folie zullen de bijen zeer snel met de kopjes naast elkaar de straatjes opvullen. Het lijkt alsof ze me dan beschuldigend aankijken voor deze verstoring, maar het is slechts hun manier om het broednest van de plotse koude te vrijwaren. Ze sluiten de straatjes zo af om de warmte binnen te houden. Om dit broednest warm te houden, gebruiken de bijen nog een andere manier. In een broednest bevinden zich namelijk ook lege cellen en in deze lege cellen kan een bij zich nestelen om met haar hevig trillend achterlijf warmte te produceren. Op deze manier kan slechts één bij, door de specifieke raatstructuur, de zes omliggende larven van de benodigde warmte voorzien.

Bij de voorjaarscontrole ga ik de zo benodigde warmte dan ook niet teveel laten verloren gaan. Ik werk vooral snel en let op het nog aanwezige voer en gluur even of ik normaal verzegelde broedcellen zie. Ik neem bij deze eerste controle nog geen voer weg en geef ook nog geen extra ruimte. Pas tegen het einde van de maand gaan ze naar een goed gevulde broedbak. Ik reis niet naar het fruit en hoef ze dus niet te forceren. Ik laat elk volk aan hun eigen tempo groeien. Naast de controle van het voer en verzegeld broed, bekijk ik ook de bodems. Als er nog zeer veel dode bijen op de bodem liggen, krijgen dit volk een opmerking hierover met krijt op de kast. Het poetsgedrag van dit volk is dan niet voldoende en dit volk wordt uitgesloten van de latere selectie. Dit volk krijgt dan wel een nieuwe bodem. Normaal moet het volk de bodem zelf proper kunnen houden. De bodems worden bij mij niet systematisch vervangen in het voorjaar. In het tweede voorjaar na de opzet van het volk, krijgen ze namelijk allemaal een nieuwe bodem, samen met een nieuwe broedbak. Dit is echter werk voor begin april. Selectie van de volken gebeurt op basis van de kastkaarten. Deze maand beginnen we voor elk volk een nieuwe kaart. Na een controle wordt deze kastkaart dan ingevuld, maar met een krijtje noteer ik wel alle relevante info telkens dadelijk op de kast om bij de volgende controle dadelijk attent te zijn op het probleem met dat volk.

 

2 gedachten over “Maart

  1. hoi, dag Eugeen
    Ik heb zonet je blog ontdekt (met het zoekwoord Sarcococca). Succes ermee en ik (ook een tuinliefhebber) ga hem nu zeker volgen met aandacht 🙂 Zet hem in mijn linkenlijst.
    Ludo Rutten

    Like

  2. Dag Ludo,
    De sarcococca staat momenteel aan mijn bijenstand in Hulst. Vorig jaar heeft hij erg geleden van de vrieskou. Ben benieuwd of hij dit jaar groter wordt in plaats van kleiner.

    Like

Reacties zijn gesloten.