Vanmorgen omstreeks 8u was ik weer present om de torenvalken te zien. Bij aankomst al dadelijk een flits tussen de bomen. Een mannetjestorenvalk die achter een kleiner vogeltje aanscheert. De aanval mislukt en hij gaat zich zitten oppoetsen op een tak. Een kwartiertje later beginnen de mezen weer volop te tateren in de struiken. Blijkbaar gaat het om een gans nest koolmezen in een jonge eik. Op een gegeven moment kan ik er 7 tellen. Op slechts enkele meters van mijn zitbank genieten ze van de jacht op insecten tussen het beschermende bladerdek van de eik. Twee bomen verderop is een koppel koolmezen bezig hun jongen, in een spechtenhol, te voeren. Gedurig aan vliegen ze beiden op en neer om even in het hol te verdwijnen, er dadelijk terug uit te komen en weer te vertrekken. Terwijl ik hiervan zit te genieten, komt een winterkoninkje tussen mijn houtblokken scharrelen. Ik kan hem niet blijven volgen want op bijna datzelfde moment is een boomklever verschenen op een canadapopulier om zijn ontbijt te zoeken. In de boom naast de spelende koolmeesjes arriveert een pimpelmees, doch hij laat zich slecht bekijken tussen de bladeren. Er zitten al bijna evenveel vogels op enkele meters als in een voliere, doch het uitzicht op hun natuurlijk gedrag is vele malen interessanter.
Al bij al zou ik nog vergeten om de bijen te bekijken op de vliegplank. Ze hebben veel witachtig en helgeel stuifmeel bij. De 4 volken vliegen prima doch de kasten zijn sinds vorige week enkele kilo’s lichter geworden. Ze eten momenteel blijkbaar meer dan ze kunnen halen. Maar als imker moeten we het hebben van hun overschot en die zal er blijkaar deze zomer toch niet zo veel zijn.
De wespennesten in het gras evolueren ook prima. Zeer veel wespen die op en af vliegen. Ik heb deze morgen nog een reden gevonden om de wespen gerust te laten. De vedervlieg die ondergrondse wespennesten nodig heeft om zich te kunnen voortplanten. Haar foto heb ik in het fotoalbum gezet. Ik raak er meer en meer van overtuigd dat de natuur beter af is als wij ons nergens mee bemoeien. Ergens onder de grond zit een kolonie wespen die daar leven en dus hun afval produceren zoals hun dode larven. Blijkt er toch wel een vlieg te bestaan wiens larve leeft van dit afval. Spijtig dat wij de profiteurs die leven van ons afval beschouwen als ONgedierte of ONkruid.