De bijenkasten blijven goed droog in de stal, zelfs met de binnengewaaide sneeuw. Regelmatig leg ik mijn oor te luisteren tegen de kasten en het zachte zoemen van de tros is dan steeds een fijne geruststelling. Volgende week worden de kasten nogmaals gewogen en bekijk ik ook even de onderliggende plaat om te zien waar de bijentros zich in de kast ophoudt. De varroabodem ligt zoals steeds onder de kasten, maar niet in de hoogste stand zodat er een luchtcirculatie mogelijk is. Ik kan op deze manier ook gemakkelijk de wasmul in de gaten houden. dit zijn de restanten van de afgeknaagde wasdekseltjes. De locatie op de plaat geeft me een goed idee waar de tros zich bevindt.
De dode bij in de sneeuw was vandaag de enige. Een week na de oxaalzuurbehandeling waren er wel een tiental per dag, maar dat schijnt dan normaal te zijn. Deze bij is even buitengekomen en vrijwel onmiddelijk dood neergevallen in de sneeuw, nauwelijks enkele meters voor de kasten. Misschien was het een oude bij die zich niet goed voelde en ging sterven, of ze werd aangetrokken door een lawaai rond de kast en kwam poolshoogte nemen. Het zou zelfs kunnen dat ze werd aangetrokken door de lichtweerkaatsing op het witte sneeuwtapijt. Het gaat in elk geval om een verwaarloosbaar aantal bijen en zolang ze buiten de kast sterven, houden ze de kast zelf hygiënisch proper. Af en toe ga ik even met een stropijltje door het vlieggat om enkel dode bijen buiten te werken. Een verstopping van het vlieggat door dode bijen dient in elk geval te worden voorkomen. Ook dit geeft weer een idee over de gezondheidstoestand van de overwinterende bijen zonder het volk zelf te zien.