De composthoop die me dit jaar een pak pompoenen heeft opgeleverd, heb ik gisteren omgekeerd.
De ganse winter kan ik nu hiernaast een nieuwe hoop beginnen. Hiervoor gebruik ik het materiaal dat ik van het ganse perceel verwijder met een hooihark. Het wegharken van de bovenste laag organisch materiaal moet beletten dat de bodem te rijk wordt. De natuurlijke plantenrijkdom komt hierdoor weer tevoorschijn. En de profiteurs zoals netels kan ik dan beter onder controle houden. Op deze manier is het plekje wilde peen al meer dan verdubbeld in grootte. Ook de wilde bertram neemt uitbreiding. Ik zag ook dit jaar veel meer bijenorchissen en bosanemoontjes. Zonder de druk van de netels, wint ook de watermunt in de afwateringsgracht meer terrein. Na Nieuwjaar heb ik weer enkele weken tijd om het ganse perceel zo te harken. Het is misschien zwaar werk, maar enorm rustgevend. Een oude dikke jas en een warme muts, verstand op nul en de tijd vliegt. Voor mij is dit de ultieme ontspanning om er weer een week tegen aan te kunnen gaan. En zodra in maart of april het weer dit toelaat, keer ik deze oude compost nog eens om, boven op de nieuwe hoop. Hierin kan ik dan in de tweede helft van mei weer pompoenen planten.