Vorige zondag bij een kast met doppen een ganse honingbak weggenomen met een pak jonge bijen voor de kunstzwerm. Ik had op 17 juni bij de controle enkele gesloten doppen gevonden en er drie van meegenomen naar de couveuse. Op slechts één raam had ik er een drietal laten staan met enkele nog niet gesloten exemplaren. Tot gisteren was er nog steeds geen tuter te horen en vandaag waren de doppen zeker al de achtste dag gesloten, dus 17 dagen oud. De koningin zou dus ten laatste vandaag worden geboren. En inderdaad liep er deze voormiddag een koningin uit in de couveuse. De twee andere waren afgestorven in de dop. Dus vanavond naar de kast met de zwermemmer en de koningin in haar potje. Ik was voorbereid om jonge bijen te ontnemen om apidea’s te vullen, mochten er koninginnen te veel zijn en ik had ook de koningin bij om in de kast te gooien als er geen tuter was. Er was echter wel een tuter te horen, doch geen kwakers. Het bewuste raam uitgehaald en naast een uitgelopen dop waren de andere doppen al afgebeten vanaf de basis. De bijen hadden dus hun zwermplannen opgeborgen en waren niet van plan om verder af te zwermen. Ik kan alleen maar bedenken dat het wegnemen van de halve honingvoorraad mét 2kg jonge bijen de rest van de kast deed geloven dat er een zwerm was vertrokken en dat ze bijgevolg verder zwermen niet meer zagen zitten. Ik heb dan maar besloten geen jonge bijen meer af te nemen voor de couveusekoningin en heb haar simpel tussen de ramen vrijgelaten. De bijen van dit volk hebben momenteel geen open broed meer te verzorgen en kunnen zich bijgevolg volledig toeleggen op de lindebloesem die nu massaal openstaat in de straat. Een heerlijke geur als je er ’s avonds onderdoor fietst.
Gisteren de honing afgeschuimd en vandaag nog eens. Hierna heb ik de rijpervaten gewogen en in de kelder gezet. De teller staat voorlopig op 101kg. Met roeren begin ik pas als er streepvorming begint op te treden in de vaten. Dit kan snel gaan of lang duren. De vorige oogst bevatte veel wilgen- en koolzaadnectar en was binnen de week gekristalliseerd en opgepot. Dit lot kan een belangrijk deel acacianectar bevatten en bijgevolg veel trager kristalliseren. Hoe het uiteindelijk afloopt, is niet te voorspellen. Elke oogst is de bloei anders en de verschillende soorten nectar in een andere verhouding aanwezig. Elke slingerbeurt staat voor een andere bloeiperiode en kan andere honing geven.