Zaterdag zijn de volken weer gecontroleerd. De segenberger had gesloten doppen en nog alle bijen. De geknipte koningin is dus verloren en de bijen zijn terug naar de kast gevlogen. Nu moet ik natuurlijk wel dagelijks luisteren naar het tuten en kwaken van de jonge koninginnen. Ik heb namelijk geen idee hoelang de doppen al gesloten zijn. Op de waterbroekstand stond bij de vorige controle een raam met een mooie, vermoedelijke, wisseldop en we vonden de koningin niet. De dop was gesloten en zaterdag na 7 dagen nog steeds. Er waren nu echter nog enkele andere belegde doppen aangemaakt. Deze heb ik echter laten staan omdat de wisseldop er nog mooi uitzag. Zouden de bijen een zieke of dode pop herkennen door de was? Of hebben we de oude koningin toch gedood bij de zoektocht vorige week en willen ze op deze manier zeker spelen? In elk geval heb ik gisteren, zondag, een tuter gehoord en geen kwaker. Vandaag, maandag, vloog de kast even uitbundig als de andere kasten en geen tuter meer gehoord. Morgen nog eens luisteren en anders woensdag controle van het raam met dop. Als de bewuste dop dan nog niet open is, is hij al 12 dagen gesloten. als hij open is, verwacht ik dat de veel jongere doppen worden afgebeten door de bijen. Ik ben benieuwd.
Mijn beste volk liet mooi haar koningin zien. Dadelijk met haar een veger gemaakt en verhuisd naar de boshuisstand. Het stamvolk kan ik nu binnen 11 dagen gaan beluisteren naar het tuten en kwaken. Voor de niet-imkers: de jonge koningin die uit haar dop loopt, maakt regelmatig een tutend geluid. Als er elders in de kast een rijpe koningin in een dop zit, tuut ze terug. Maar door de afgesloten dop is deze toon veel lager en lijkt hij eerder op een kwaak. Als ik na een tuut geen kwaak hoor, ga ik er dus van uit dat er reeds een koningin is uitgelopen maar er nog geen andere koninginnen rijp zijn. Als ik wel een kwaak hoor, dien ik dezelfde avond nog alle ramen te controleren en alle resterende koninginnendoppen te openen. Want als de koningin namelijk ook een andere hoort kwaken, zal ze de volgende dag bij mooi weer ook zwermen: de nazwerm. Ik open een paar doppen en laat die dames ook in de kast los. Tijdens de nacht vechten de troonopvolgers het dan zelf uit op leven en dood waarbij we er van uitgaan dat de sterkste overwint. Ik vernietig de andere doppen echter niet, maar snijd ze voorzichtig uit om in mijn couveuse verder uit te broeden. Ik vul dan ook meteen enkele apidea’s met een tas bijen en geef ze enkele uren tot enkele dagen later de pas uitgelopen koninginnen uit de couveuse. Deze kunnen dan later nog dienen als backupkoningin. Door op allerlei manieren de bijenvolken in mei en juni te splitsen, kunnen imkers hun bijenvolken vernieuwen, verjongen en vermeerderen. Bijenvolken genoeg op dit moment. Het enige probleem is om voldoende goede koninginnen te verkrijgen voor de volken die we later willen inwinteren. En momenteel wil het weer nog steeds niet echt meewerken voor een vlotte koninginnenkweek. De dames komen al niet veel buiten in hun leven, slechts voor de bruidsvlucht en enkele voorafgaande verkenningsvluchten, maar het weer moet wel meezitten op dat heikele moment.