De honingzolders zijn klaar. Om ze te kunnen vullen, heb ik vanavond 60 honingraampjes bedraad. Morgen kan ik dan de waswafels insmelten. Ondertussen zijn er al enkele volken verkocht en het ziet er naar uit dat ik ze alle vijf kwijt kan. Met elf resterende productievolken op vier locaties zal ik wel kunnen volstaan dit jaar. Naast deze elf heb ik natuurlijk ook nog steeds vier ecokasten en een kunststof segeberger. Die zijn echter niet voor de productie, maar ik beschouw die eerder als ‘Spielerei’. De productie van honing is weliswaar niet de echte drijfveer, maar het is een leuk tijdverdrijf. De opbrengst gaat telkens volledig terug op in de imkerij. Het is vooral leuk om met kopers van een potje honing over mijn passie te spreken. Ik denk dat ik vooral dat zou missen. Dat vond ik vorig jaar zo enorm spijtig in het voorjaar. Dat de honing was uitverkocht. Gelukkig was er in 2015 meer productie en lijkt het er op dat ik bijna rond kan tot aan de nieuwe oogst.
Ik was dit jaar ook begonnen met een andere manier van honingverwerking. Vroeger werd alle honing na roeren en opstijven in potten gedaan en zo bewaard. Ik gebruik nu een veel simpeler methode die bovendien de honing ook veel beter bewaard. De honing loopt na het slingeren door een dubbele zeef en gaat dan dadelijk in zakken van ca. 15 – 17 kg. Zakken die worden gebruikt in de keuken om sous-vide te koken, dus om voedsel in te brengen. Zeer stevige zakken. Ik sluit ze met een strap luchtdicht en plaats de zakken dan in plastic honingemmers. Op deze manier is de honing ook veel gemakkelijker te stockeren in de kelder. Naarmate de honing wordt verkocht, pot ik telkens een nieuwe emmer op.
Gisteren heb ik zo een nieuwe emmer uit de kelder gehaald. De zak wordt even geopend en de bovenste schuimlaag afgekrabd. Deze schuimlaag wordt bewaard en gebruik ik zelf in de keuken. De zak heb ik dan terug gesloten en de emmer ook weer dichtgeseald. Deze emmer plaats ik dan in een warmwaterketel, een weckketel, op 35 graden voor ongeveer 24 u. Hierdoor wordt de honing terug vloeibaarder en kan ik de zak leeggieten in een emmer met afsnijkraan. Deze wordt goed gesloten en 24 u later nogmaals afgeschuimd en daarna geroerd gedurende 10 minuten met een ‘Rapido’-roerstaaf. De nu fijn smeerbare honing wordt opgepot en kan dadelijk worden verkocht. Hoe groter het bewaarvolume, hoe beter iets bewaard. Dat geld trouwens ook voor mede. Bovendien gaan er ook veel minder vluchtige bestanddelen uit de honing verloren door het roeren te beperken. Vroeger stond de zomerhoning soms weken in de kelder om dagelijks tweemaal te worden geroerd. Logisch dat de beste geuren dan al weg zijn bij het oppotten.