In 2014 heb ik dus op verscheidene manieren en op verscheidene tijdstippen een ecokast opgestart. Hoewel de resultaten van uitwinteren nog niet bekend zijn, weet ik toch al veel. Het is genoegzaam bekend dat een volk groot genoeg moet zijn en voldoende voer moet hebben om succesvol te overwinteren. De grootste en zwaarste ecokasten zullen dus het meest kans maken om het goed te gaan doen. En welke dat zijn, kan ik momenteel al beoordelen. Hoe vroeger men de ecokast opstart hoe beter. En dat geldt zeker voor 2014. Dit jaar was augustus zo koud en nat dat ook mijn Kempische kasten lichter werden in plaats van zwaarder. Deze werden daarom in september nog wat extra bijgevoerd. De ecokasten gaf ik slechts bij de opstart wat 1:1 suikeroplossing. Tot er een vijftal raten half waren afgewerkt. Dit jaar in augustus heeft nu echter geen enkele ecokast nog noemenswaardig raten gebouwd. Wellicht zijn ze gestopt met bouwen door het lage voedselaanbod. Vermoedelijk kan een volledig volk in juli nog succesvol worden overgezet. Mocht de zomer hierna weer zo slecht zijn, zou ik dit volk dan tot eind september blijven voeren om betere resultaten te bekomen. Een ecologische imker geeft echter geen suiker als wintervoer. En uit hygiënisch standpunt wens ik zelf geen honing te geven afkomstig van een ander volk. Een dilemma dus.
Een natuurzwerm in mei of juni zal vrij zeker de beste resultaten geven. Enkele dagen een koninginnenrooster voor het vlieggat en dan ook nog even wat lichte siroop voeren bij slecht vliegweer moeten het succes nog verhogen.
Ik ben echter overtuigd dat het overbrengen van een gans volk uit een ramenkast het snelste resultaat geeft. Misschien niet het beste, maar zeker het snelste. Vermits ik mijn Kempische kasten slechts één jaar gebruik voor de honingproductie heb ik nu een nieuwe afzetmogelijkheid gevonden voor deze volken die ik voorheen als reserve trachtte uit te winteren. Begin april het ganse volk besproeien met oxaalzuur en overzetten in een ecokast geeft me dan een stevig gestarte ecokast. De eerstvolgende jaren probeer ik toch nog de Kempische lijn te behouden naast de ecolijn en dan zou deze methode zeer nuttig kunnen zijn.
Het onderhoud van de ecovolken ga ik eveneens in driejaarse cycli doorvoeren. Net zoals mijn Kempische kasten. Omdat ik overtuigd ben dat hygiëne de sleutel is voor een oplossing van de hedendaagse problemen. In het eerste jaar wordt een volk hygiënisch opgestart. In het tweede jaar kan er een honingproductie zijn. En dan in het derde jaar tijdens de maand april een volledige overzetting in een nieuwe ecokast. Bij de overzetting wordt dit volk dan weer behandeld tegen varroa. Het is alleszins de bedoeling dat er nooit een bestrijdingsmiddel tegen ziektes wordt gebruikt in een ecokast. En als het tussentijds nodig is, wordt het volk behandeld buiten de kast en hierna overgezet in een nieuwe kast. Ook in de ecokast kan er een controle gebeuren op varroa waarna er kan worden ingegrepen. Dit is trouwens ook wat een bijenvolk in de natuur doet. Bij ziekte verlaten ze de vuile omgeving om elders zuiver te herbeginnen.
Maar eigenlijk zwermen ze liever op voorhand om op die manier ziekten te voorkomen. Zo doen ze het in de natuur, zo doen ze het al duizenden jaren. De ecologische imker wil de bijen zoveel mogelijk hun ware natuur laten volgen, maar zwermen en moderne ziekten zijn natuurlijk uit den boze. Vermits we niet allemaal imkeren in een gigantisch natuurgebied, ver weg van menselijke bewoning, zullen we een volk steeds proberen over te zetten in een nieuwe ecokast vooraleer ze besluiten om te gaan zwermen of vooraleer ze ten onder gaan aan ziekten.