De laatste honingafname bij mijn Kempische kasten doe ik traditiegetrouw op 21 juli. Wel voornamelijk omdat ik die dag vrij kan nemen. Sinds enkele jaren start ik mijn honingjaar met jonge volkjes van het jaar daarvoor. Na de honingoogst probeer ik dan de productievolken op te ruimen. Ze hebben in het late voorjaar al 1 of 2 jonge afleggers gegeven als nieuwe productievolken voor het volgende jaar. Als ik de productievolken dus niet meer nodig heb als reserve, kan ik er nog alle kanten mee uit alvorens ze in te winteren. Ik kan ze wegdoen of er iets mee uitproberen. Ik ging bijgevolg ook proberen om ze als compleet volk over te zetten in een nieuwe ecokast einde juli. Alle ramen, dus niet alleen de honingramen, werden afgeveegd in een grote plastic kuip. Het volk werd gesproeid met oxaalzuur en overgegoten in een nieuwe ecokast met 2 kamers. Gedurende 2 weken zijn ze nog bijgevoederd. Dit volk is momenteel slechts iets zwaarder dan volken 2 en 3, maar het beginvolk was natuurlijk ook groter. En ik blijf erbij dat de maand augustus dit jaar niet heeft geholpen in een goede ontwikkeling. Maar het klimaat was voor alle ecokasten hetzelfde en dus kan er worden vergeleken. Hoe later op het jaar een ecokast wordt bevolkt, hoe groter het volk moet zijn. Einde juli met een gans productievolk beginnen, beschouw ik nu zelfs als een minimum.
De kast staat in de bijenhal op dezelfde plaats als haar voorganger uit de Kempen. Dit volk heeft dus zelfs haar vliegbijen niet verloren. Ze is broedloos gemaakt en behandeld tegen de varroamijt na de honingoogst. Dit is eigenlijk wat tegenwoordig zo wordt aanbevolen. Maar ook de oude kast en alle ramen zijn verwijderd. Het volk heeft zijn ganse wasvoorraad, voedervoorraad en zelfs stuifmeelvoorraad moeten inleveren. Wat sanitaire zuivering betreft, kan dit tellen natuurlijk.
Wat heeft dit volk me nu geleerd?
1. In vergelijking met de zwermen van kast 2 en 3, doet ze het zelfs lichtjes beter ondanks de 6 weken verschil. Maar het was wel een gans volk en geen half zoals een zwerm meestal is.
2. In vergelijking met kast 1 doet ze het prima. Ook dit was een compleet volk. Volk 4 heeft me dit jaar in haar Kempische kast nog wel honing opgeleverd. Volk 1 leverde wel de Kempische broedbak in het late voorjaar, maar ze was ook zeer dicht bij het leveren van een ecohoningbak. Hier durf ik voorlopig uit besluiten dat het beter zal zijn om begin april het ganse volk gewoon over te zetten in een ecokast. Hierdoor moeten ze bijna zeker , als ze op dezelfde locatie staan, een honingbak kunnen missen einde augustus. Niet meer laten uitgroeien naar onder door er een ramenkast op te zetten, maar ze na oxaalzuurbehandeling, in één keer over te zetten in een ecokast.
3. De behandeling met oxaalzuur begin april in vergelijking met de behandeling einde juli kan ook alleen maar voordelen opleveren. De mijten afdoden op het moment dat hun ontwikkeling op een hoogtepunt is, kan niet efficiënt zijn. Einde juli zijn er maximale hoeveelheden varroamijten in het volk en het bijenvolk op zich begint het dan al wat rustiger aan te doen. Als ik daarentegen de mijten afdood op het moment dat het bijenvolk explosief begint te groeien terwijl er nog niet veel mijten zijn moet het resultaat gewoon beter zijn. Laat ons veronderstellen dat na een oxaalzuurbesproeiing 90% van de mijten worden gedood. Dan blijft er dus 10% in leven. En hoe minder mijten er op het moment van de behandeling zijn in het volk, hoe minder er na de behandeling overblijven. Eender welke ziekte die men wil behandelen op een zo economisch en efficiënt mogelijke manier, dient men te behandelen in het beginstadium en niet pas op het hoogtepunt van de symptomen. Als men de hoeveelheden varroamijten uitzet op een grafiek over het ganse jaar zien we een duidelijk stijgende lijn. Vanaf het voorjaar steeds stijgend zolang de bijen broeden. Zetten we nu op dezelfde grafiek ook het aantal bijen uit, gaat deze lijn ook stijgen vanaf het voorjaar, maar we zien een daling vanaf hoogzomer, naar het lager aantal winterbijen toe. Deze dalende lijn van het aantal bijen en de nog steeds stijgende lijn van het aantal varroamijten, geeft op de grafiek een kruisteken. En dat kruis staat voor mij symbool van de dood. De dood van dat bijenvolk.