18 september 2014

De zomer nadert zijn einde. Gisteren kregen we vermoedelijk voor de laatste keer dit jaar een echte toptemperatuur. Voor onze  bijenvolken zit het er op voor dit jaar. Alle laatste beetjes helpen natuurlijk nog. Er bloeien nog asters en de klimopbloei moet zelfs nog beginnen. Maar onze volken zijn hopelijk goed ingewinterd met voldoende voorraad en ze zijn behandeld tegen de varroamijt. Tegen begin oktober wordt er nog een muizenrooster geplaatst en dan stopt het werken aan de bijen. Het muizenrooster moet beletten dat ongenode gasten kunnen profiteren van de warmte en het voer in een overwinterend bijenvolk. De imker rust echter niet op zijn lauweren. De najaarsvergaderingen nemen weer volop een aanvang. Bijna dagelijks kun je wel ergens bij een vereniging terecht voor een lezing. Er is keuze te over. Zelf geef ik af en toe ook een voordracht en kom op deze manier wel eens bij een andere vereniging. En bij elke vereniging verschijnen regelmatig jongere imkers. Jonger naar absolute leeftijd en jonger naar imkerervaring. Het zijn niet meer telkens gepensioneerden, maar steeds meer drukbezette, werkende mensen. Velen zijn ook nog maar onlangs met de hobby begonnen. Hopelijk wordt het voor velen een passie waar ze de rest van hun leven mee opgezadeld zitten. En het zijn niet alleen jongere imkers, er verschijnen blijkbaar ook meer imkerinnen. Maar zowel bij de vrouwen als bij de jongeren valt me toch op dat men meer bezig is met het welzijn van de bij dan met de productie van honing. De honing blijft natuurlijk een leuke meerwaarde, maar het plezier om bijen te zien in uw eigen tuin en tegelijkertijd te beseffen dat het uw eigen bijen zijn, overklast toch alles.